Complexgegevens

Complexnummer
523315

Omschrijving

Inleiding

COMPLEX `Klarenbeek' bestaande uit HUIZE KLARENBEEK uit 1842 (1), een ORANJERIE/ KOETSHUIS (2), een SCHOORSTEEN (3) uit circa 1870, een huidig KANTOORGEBOUW (4) uit 1924, een voormalig KANTOORGEBOUW (5) uit circa 1886/1905, een FABRIEKSHAL met WONING (6) uit circa 1886/1905, een KETELHUIS met SCHOORSTEEN (7) uit circa 1886/1895, een KETELHUIS (8) uit 1948, een FABRIEKSHAL (9) naar ontwerp van de architect A. WARNAAR uit Warnsveld. De aanleg van het landgoed in opdracht van de katholieke familie Krepel gaat terug tot 1808. In dit jaar werden in opdracht van B.W. Krepel dijken opgeworpen en een nieuwe molen met waterrad gerealiseerd om het water uit de sprengen van Beekbergen te leiden en te gebruiken als energiebron voor de nieuwe fabriek. Op het terrein werd een molenvijver aangelegd als waterreservoir voor de koperslagerij. De zoon J.R. Krepel betrok met zijn vrouw Everdina Hagen huize Klarenbeek waarvan de eerste steen gelegd is in 1842, waarna hij het bedrijf overnam in 1847. In 1870 volgt een reorganisatie van het bedrijf waarbij de koperpletterij wordt vervangen door een sigarenkistenzagerij annex kuiperij. In eerste instantie blijft de fabriek gebruik maken van de beschikbare waterkracht van de kopermolen. Het hout werd aangevoerd via het bekenstelsel vanuit het Beekbergerwoud en vanuit het buitenland. In 1886 wordt overgestapt van water- op stoomkracht waarbij de kopermolen uiteindelijk verdwenen is. Vanaf 1882 kon het hout tevens aangevoerd worden per spoor. In 1924 wordt op de plek van de oude koperslagerij een nieuw kantoorgebouw neergezet. Vervolgens wordt in 1941 een verzoek ingediend voor de oprichting van een houtindustrie voor de vervaardiging van klompen. In 1948 wordt het bestaande ketelhuis uitgebreid met een nieuw ketelhuis. De houtindustrie is tot op heden in gebruik en heeft zich als gevolg daarvan ontwikkeld met de daarbij behorende uitbreidingen en vernieuwingen van bestaande gebouwen.

Onder rijksbescherming vallen de volgende onderdelen: 1. Huize Klarenbeek 2. Oranjerie/koetshuis 3. Schoorsteen 4. Kantoorgebouw 5. Voormalig kantoorgebouw 6. Fabriekshal met woning 7. Ketelhuis met schoorsteen 8. Ketelhuis 9. Fabriekshal. Het complex is gelegen aan de zuidoostzijde van de bebouwde kom van Klarenbeek.

Omschrijving

De onderdelen van het COMPLEX `Klarenbeek' concentreren zich aan weerszijden van de waterloop de Klarenbeek, die voortkomt uit de Beekbergsche beek en de molenvijver. Aan de zuidoostzijde van de beek, aan het einde van de J.R. Krepellaan bevindt zich HUIZE KLARENBEEK uit 1842 (1) met aan de noordoostzijde de ORANJERIE/ KOETSHUIS (2). De vrijstaande SCHOORSTEEN (3) uit circa 1886 bevindt zich aan de noordwestzijde van de oranjerie/koetshuis, aan de noordoostzijde van de voormalige koperslagerij uit het begin van de negentiende eeuw. Op de plek van de voormalige koperslagerij bevindt zich nu het KANTOORGEBOUW (4) uit 1924. Het fabrieksterrein daterend van omstreeks het einde van de negentiende eeuw bevindt zich aan de noordwestzijde van de Klarenbeek bestaande uit een voormalig KANTOORGEBOUW (5) uit circa 1886/1905, een FABRIEKSHAL met WONING (6) uit circa 1886/1905, een KETELHUIS met SCHOORSTEEN (7) uit circa 1886/1895, een KETELHUIS (8) uit 1948 en een FABRIEKSHAL (9).

HUIZE KLARENBEEK (1) met rechthoekige plattegrond bestaat uit twee bouwlagen afgesloten door een afgeplat schilddak gedekt met gesmoorde Hollandse dakpannen. Op de hoeken van het afgeplatte schilddak bevindt zich steeds een vierkante, bakstenen schoorsteenschacht met afdekplaat. Centraal boven de bakgoot op klossen bevindt zich in ieder dakschild een dakkapel. De gevels met trasraam zijn opgetrokken in kruisverband in rode baksteen. In de gevels met houten kroongestel bevinden zich regelmatig verdeelde zes-ruits schuiframen aan weerszijden geflankeerd door persiennes. De ORANJERIE/KOETSHUIS (2) zijn twee tegen elkaar geplaatste bouwvolumes met rechthoekige plattegrond bestaande uit één bouwlaag afgesloten door een zadeldak gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. Het koetshuis is iets lager dan de oranjerie. Het koetshuis is opgetrokken in schoon metselwerk in kruisverband, de oranjerie is voorzien van gepleisterde gevels. In de zuidoostgevel van het koetshuis bevinden zich twee dubbele deuren, in de zuidoostgevel van de oranjerie een reeks vensters. Achter de oranjerie en naast het huidige kantoorgebouw bevindt zich een vrijstaande SCHOORSTEEN (3) met ronde onderbouw opgetrokken in rode baksteen in koppenverband. Bovenaan de bakstenen pijp bevindt zich een decoratieve band in gele baksteen. Het huidige KANTOORGEBOUW (4) met vierkante plattegrond bestaat uit één bouwlaag afgesloten door een tentdak gedekt met rode Tuiles du Nord. Op de nok van het tentdak bevindt zich een vierkante schoorsteenschacht afgesloten door een tentdak gedekt met rode Tuiles du Nord. De gevels zijn voorzien van ruw pleisterwerk. De plint, deur- en raamomlijstingen en de hoeken zijn voorzien van glad pleisterwerk met daarop aangebracht decoraties zoals bijvoorbeeld guirlandes. Rechts van de entree bevindt zich een inlegsteen met daarop de tekst `De eerste steen/ gelegd door/ Theo Krepel/ oud 3 jaar/ 23 aug 1924'. Voormalig KANTOOR (5) met rechthoekige plattegrond afgesloten door een plat dak. De gevels met gepleisterde plint zijn opgetrokken in kruisverband roodbruine baksteen. De gevel eindigt in een bakstenen fries met geprofileerde uitkragende rand. In de gevels bevinden zich in gepleisterde geveldelen rondboogvensters met ijzeren roedenverdeling. De FABRIEKSHAL met WONING (6) met rechthoekige plattegrond bestaat uit twee bouwlagen afgesloten door twee parallelle zadeldaken gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. De gevels met gepleisterde plint zijn opgetrokken in roodbruine baksteen, aan de bovenzijde afgesloten door een bakgoot op klossen. In de gevels bevinden zich grotendeels regelmatig verdeelde segmentboogvormige fabrieksramen met ijzeren roedenverdeling. Tegen de noordwestgevel bevindt zich een woning met rechthoekig plattegrond bestaande uit één bouwlaag en een zolder afgesloten door een zadeldak gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. Het KETELHUIS met SCHOORSTEEN (7) bevindt zich op het fabrieksterrein ten noorden van de fabriekshal bestaande uit een groter en een kleiner bouwvolume met rechthoekige plattegrond bestaande uit één bouwlaag afgesloten door een zadeldak gedekt met gesmoorde muldenpannen. Het kleinere bouwvolume betreft een latere wijziging en verbindt de bakstenen schoorsteen met achtzijdige onderbouw met het hoofdvolume. De gevels zijn opgetrokken in bruinrode baksteen in kruisverband. Het KETELHUIS (8) uit 1947 met rechthoekige plattegrond bestaat uit één bouwlaag afgesloten door een overkragend plat dak. In de langs gevels bevinden zich identieke, regelmatig verdeelde vier-ruits ramen afgesloten door een uitkragende segmentboog. In de kopse gevels bevindt zich een rond venster met diagonale roedenverdeling.

Waardering

COMPLEX `Klarenbeek' bestaande uit HUIZE KLARENBEEK uit 1842 (1), een ORANJERIE/ KOETSHUIS (2), een SCHOORSTEEN (3) uit circa 1870, een huidig KANTOORGEBOUW (4) uit 1924, een voormalig KANTOORGEBOUW (5) uit circa 1886/1905, een FABRIEKSHAL met WONING (6) uit circa 1886/1905, een KETELHUIS met SCHOORSTEEN (7) uit circa 1886/1895, een KETELHUIS (8) uit 1948, een FABRIEKSHAL (9) naar ontwerp van de architect A. WARNAAR uit Warnsveld.

- Van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een historisch gegroeid fabriekscomplex bestaande uit gemetselde schoorstenen, fabriekshallen, kantoorgebouwen en een directeurswoning `Huize Klarenbeek' grotendeels daterend uit de tweede helft van de negentiende eeuw.

- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de situering van het complex `Klarenbeek' aan weerszijden van de `Klaren beek' met molenvijver op de plek van de voormalige koperslagerij.

- Van cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een industrieel complex ontstaan als koperslagerij aan het begin van de negentiende eeuw, dat zich aan het einde van de negentiende eeuw heeft ontwikkeld tot sigarenkistenfabriek/houtindustrie, opgericht door de familie Krepel.