Complexgegevens

Complexnummer
525760

Omschrijving

Inleiding.

HISTORISCHE BUITENPLAATS bestaat uit LANDHUIS (1), TUINMANSWONING (2), DIENSTWONING/GARAGE/KOETSHUIS met PAARDENSTALLING (3), TOEGANGSHEK met BRUG (4), TERRAS- en TUINAANLEG met BRUGGEN (5), TUINMUUR met MOESTUIN (6) en SCHUUR (7) en een tweede SCHUUR (8). Het complex met gebouwen in Nieuw Historiserende stijl, geïnspireerd op het Hollands-Classicisme en de Engelse Landhuisstijl is in opdracht van D.T. Ruys in 1915 ontworpen door de architect L.J. Zaaijer. Het complex is gesitueerd op het daartoe afgescheiden westelijk deel van de buitenplaats De Paauw, waarvan de parkaanleg door de Duitse tuinarchitect C.E.A. Petzold in het midden van de 19de eeuw tot stand is gekomen. Na het overlijden in 1910 van Prinses Marie van Wied, de jongste dochter van Prins Frederik, is de buitenplaats verkocht aan het projectbureau van J.T. Wouters. Als eerste fase van de verkaveling met villa's en landhuizen van de Paauw is het noordwestelijk deel gesplitst in twee grote kavels, te weten De Paauwhof en bovengenoemd complex. In aansluiting op de toen heersende belangstelling en mode tot het inrichten van stijlkamers zijn in het bijzonder op de begane grond verschillende ruimten in Neostijlen ingericht, waarbij tevens historisch materiaal is gebruikt. Binnen de bestaande parkaanleg is de directe omgeving van het huis gereorganiseerd in de Nieuwe Architectonische Tuinstijl. Sinds de jaren '60 is de buitenplaats in gebruik als residentie van de ambassadeur van Brazilië

Omschrijving.

Het complex ligt op de westhoek van de voormalige buitenplaats De Paauw en heeft een onregelmatige, L-vormige kavel. Het wordt aan de zuidwestzijde door een sloot van de Paauwlaan gescheiden en aan de noodwestzijde van de Prinsenweg door de Kerkwetering, waaraan het uitspringende deel van de moestuin grenst. De begrenzing met de resterende buitenplaats De Paauw aan de noordoost- en zuidoostzijde is grotendeels te volgen door hekwerken en het beloop van sloten. De brug met toegangshek (4) bevindt zich aan de zuidoostzijde. In de nabijheid hiervan, ten oosten van de oprijlaan, bevindt zich de tuinmanswoning (2). De oprijlaan, die leidt naar de garage heeft een keerlus. Halverwege de oprijlaan loopt een gebogen afsplitsing in noordwestelijke richting naar het landhuis (1), dat centraal op het terrein is gelegen. De hoofdingang bevindt zich aan de zuidoostzijde, terwijl de als voorgevel fungerende zuidwestgevel op de Paauwlaan is georiënteerd. De tuinaanleg (5) bestaat uit twee delen ten zuidwest- en noordwesten van het huis. In het verlengde van de zuidwestelijke tuin bevindt zich aan noordoostelijke kant de voormalige moestuin. In de uiterste noordhoek staat een schuur (6). In de uiterste noordhoek van het terrein staat de garage, annex koetshuis en dienstwoning (3). Ten oosten van de oprijlaan is het landschappelijke bos gehandhaafd, waar zich langs een sloot onder meer nog een tweede schuur (8) bevindt.

Waardering.

De buitenplaats is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als representatief voorbeeld van een landhuis met bijgebouwen, naar analogie van historische buitenplaatsen, kenmerkend voor de eerste fase in de ontwikkeling van Wassenaar tot villadorp in de eerste decennia van de 20ste eeuw.

De buitenplaats is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde der samenstellende onderdelen, uitgevoerd in een Nieuw Historiserende bouwstijl met invloed van de Neo-Hollandse Renaissance en de Engelse Landhuisstijl en als representatief voorbeeld uit het bouwkundige oeuvre van de architect L.J. Zaaijer.

De complexonderdelen zijn in hoge mate gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering, zowel wat betreft het ex- als het interieur.

De buitenplaats is van algemeen belang vanwege de stedenbouwkundige waarde door de ruimtelijke, historisch-functionele en stilistische samenhang tussen de complexonderdelen en de situering in de negentiende eeuwse parkaanleg van Petzold, behorend bij De Paauw.