Complexgegevens

Complexnummer
511407

Omschrijving

Omschrijving complex

Deels in structuur en deels in detail gaaf bewaarde buitenplaats bestaande uit een HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), TWEE SIERVAZEN op hekpijlers bij oprit kasteel (3), BOERDERIJ MET BAKHUISJE (4), KOETSHUIS (5), WASHUISJE (6), SPEELHUIS MET URINOIR (7), MOESTUINMUREN MET KOUDE BAKKEN (8), EENDENHUIS-FOLLIE (9), DIENSTWONING 'T HOOGJE (10), SCHAAPSKOOI (11), BOERDERIJ 'T LAMMETJE GROEN (12), SPARRENHUISJE (13), TOEGANGSHEK (14) en BIJGEBOUW VOORMALIG JAGERSHUIS (15). Ten westen van het dorp Lisse ligt de historische buitenplaats Keukenhof gesticht in 1641 door Adriaen Maertenz Block, Commandeur der Verenigde Oostindische Compagnie op een deel van het voormalig grafelijke Keukenduin van slot Teylingen (afgezand duingebied). In de 'Staat en inventaris der nalatenschap van de Heer Block' uit 1661 wordt melding gemaakt van 'de huizinge ende boomgaard ende plantagie genaamd Keukenhouff met het bouwhuis daar annex staande'. Door de eeuwen heen is de buitenplaats door verkoop steeds overgegaan in het bezit van diverse, vooral Amsterdamse geslachten, wat met de nodige veranderingen en uitbreidingen van huis en tuin gepaard is gegaan. In de zeventiende eeuw kende de buitenplaats een eenvoudige formele tuinaanleg geïnspireerd door het Hollands classicisme. Een schilderij uit de laatste kwart van de zeventiende eeuw toont het bakstenen huis gelegen op een rechthoekige terrein, dat geheel door singels wordt omringd. Opvallend zijn de tuinversierselen in de vorm van Romeinse triomfbogen op de hoeken van de omgrenzing van de buitenplaats. Deze aanleg is, op enkele oude linden na, niet meer aanwezig. Linksachter het huis is de boerderij gelegen, die sinds de bouw in 1643 vrijwel onveranderd is gebleven. Aan de rechter kant staat de in 1852 gesloopte tuinmanswoning annex koetshuis. In de eerste helft van de achttiende eeuw werd het park vergroot door de nieuwe eigenaar, een welgestelde Amsterdammer Mr. Joan Henry van Heemskerck, kapitein van de Amsterdamse schutterij. Deze bezat een grote collectie tuinsieraden, waarvoor hij in 1725 een zijtuin 'Nieuwe Plantagie of Nieuwe Werk' aanlegde op een deel van het Keukenduin ten zuidoosten van het huis. De twee opgeworpen rechte duinen, functionerend als een dwarsas, kenden vermoedelijk een terrasaanleg in Frans classicistische stijl. Circa vijftig tuinsieraden staan in de veilingcatalogus van 1746 beschreven, waarvan een enkele beelden nog te traceren is (een beeld van de schaking van Proserpina bevindt zich nu op Oostermeer te Ouderkerk aan de Amstel). De zichtas vanuit het huis over deze Franse tuinen werd beëindigd door een kunstmatig opgeworpen heuvel, Meer Zicht genaamd, waarop vermoedelijk een koepel stond. De terrasaanleg wordt ook genoemd en geprezen in het gedicht 'Lisser Arkadia' van Jan de Graaff (1770). De aardewallen van deze achttiende-eeuwse aanleg zijn nog bewaard gebleven en maken sinds ca.1800 deel uit van een parkaanleg in landschapsstijl. In het begin van de negentiende eeuw werd de aanleg in landschapsstijl gerealiseerd, zoals op de Kadastrale Kaart van 1818 is te zien. In een affiche van de verkoop in 1809 (aan kunstkenner en verzamelaar jhr.mr. Johan Steengracht van Oostkapelle) wordt het huis genoemd als 'naar de nieuwste smaak opgemaakt'. Met betrekking tot de tuin wordt melding gemaakt van 'de schone Boomgaarden, groote Moestuinen en eene meer dan ordinaire en wel onderhoudene menigte langs schuttingen beplante persikeboomen, Engelsche en andere plantagien, jeugdige en wel onderhouden Bosschen en een menigt Lanen beplant met extra zware hoogopgaande Beuke, Ype, Eike en andere Boomen'. Er blijkt ook een 'extraordinair fraaie dubbelde vinkenbaan' te zijn aangelegd met een bijbehorend (thans niet meer aanwezig) vinkenhuisje. In 1837 kwam de buitenplaats door het huwelijk van Cecilia Maria van Oostkapelle met Carel Anne Adriaan baron van Pallandt in het bezit van dit laatst genoemde geslacht. Tijdens deze periode (1837-1899) is er veel gedaan om het in- en exterieur van het kasteel, de bijgebouwen en de tuin, te verfraaien en aan te passen aan de heersende mode van de omstreeks 1850, onder koning Willem II geïntroduceerde, Engelse neogotiek. De Haagse architect Elie Saraber maakte verschillende ontwerpen voor het kasteel en koetshuis annex stal en tuinmanswoning waarnaar in 1856 het koetshuis en in 1861 het kasteel in neogotische stijl werden verbouwd. De gebroeders J.D en L.P. Zocher ontwierpen de tuinaanleg. In het eerste ontwerp uit 1857 (aanwezig op het kasteel) werd de publieke weg, de huidige Stationsweg, in de tuinaanleg opgenomen, maar dit ontwerp werd niet uitgevoerd. Wel werd de publieke weg met een ruime bocht om het huis gelegd. Een definitief ontwerp is echter niet bekend. Uit schrijven van de Zochers blijkt dat ze eerst met de aanleg rondom het huis zijn begonnen en vervolgens met de overtuin. In 1860 wordt de tuin voor f18.700,- opgeleverd. Door het huwelijk van Cornelia Johanna barones van Pallandt met Jan Carel Elias graaf van Lynden kwam de Keukenhof in deze familie. In 1923 vonden enige verbouwingen aan het kasteel plaats. Na de ontruiming in 1943, in verband met de inkwartiering van de Duitsers, is het kasteel niet meer permanent bewoond geweest. In 1949 wordt een deel van het terrein, de voormalig Engelse tuin van Zandvliet, door tuinarchitect Van der Lee ingericht als openluchttentoonstelling voor bloembollen, 'de Keukenhof' genaamd.

De omgrenzing van de historische aanleg als mede de specificatie van de complexonderdelen is aangeduid op de bij de bescherming behorende kaart. De omgrenzing wordt aan de noordzijde bepaald door de Stationsweg. Aan de oost- en zuidzijde vormen de bollenvelden en het sportpark Ter Spekke de grens en aan de westzijde weilanden en hakhoutbossen tegen de spoorlijn Haarlem-Delft.

Waardering

DE HISTORISCHE BUITENPLAATS KEUKENHOF is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch van belang:

- vanwege het in oorsprong gaaf bewaard gebleven 17de-eeuwse huis met zijn 18de-eeuwse interieur en 19de-eeuwse neogotische aanzien van de architect Elie Saraber (van wie weinig werk bewaard is);

- vanwege de aanleg in landschapstijl die in verschillende fasen tot stand is gekomen met daarin gelegen een eendenhuis in vorm van een follie en een ommuurde tuin met speelhuis;

- vanwege de gaaf bewaard gebleven boerderij die sinds de bouw in 1643 onlosmakelijk deel uit maakt van de buitenplaats;

- vanwege de visuele samenhang tussen de verschillende complexonderdelen.