Complexgegevens

Complexnummer
528888

Omschrijving

Omschrijving van het complex

De in structuur en detail goed bewaard gebleven HISTORISCHE BUITENPLAATS WARNSBORN ligt in het noordwestelijk deel van de gemeente Arnhem. Het complex bestaat uit de HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (1), KOETSHUIS (2), ORANJERIE (3), IJSKELDER (4), KAPEL (5), HEKPALEN (6A-6B), BRUGGEN (7A-7C), CASCADES (8) en BOERDERIJ (9A) met ZOMERHUIS (9B).

De historische buitenplaats wordt in het centrum gekenmerkt door het hotel Groot Warnsborn ter plaatse van een in de Tweede Wereldoorlog verwoest landhuis (valt buiten de bescherming), met bijgebouwen als een koetshuis en oranjerie. Rond Groot Warnsborn is sprake van een 18de-eeuwse ontginningsstructuur, een 19de-eeuws parkbos met landschappelijke tuinen, padenstelsels, vijvers, sprengen, een ijskelder en een kapel die in de 19de eeuw als tuinmanswoning diende. Aan de zuidkant ligt een sterk geaccidenteerd bosgebied met een gecreëerd sprengendal in Zwitserse trant. Bij het hotel, koetshuis en de oranjerie is in 1912 een tuinaanleg in nieuw architectonische stijl tot stand gebracht. De historische buitenplaats maakt deel uit van en loopt over in een veel groter ontginningslandgoed.

De naam Warnsborn wordt voor het eerst in 1428 genoemd. Het heidegebied met die naam werd in dat jaar door de hertog van Gelre in erfpacht uitgegeven. 'Warnsborn' betekent 'zuivere of heldere bron'. Het grote landgoed Warnsborn ontstond in 1640 na samenvoeging van twee veel oudere goederen; het Hoog Erf (gelegen in de omgeving van de boerderij die nog deze naam draagt) en het Laag Erf (gelegen op de plaats waar nu hotel Groot Warnsborn ligt). De oudst bekende kaarten van het gebied dateren uit het eind van de 16de eeuw. Daarop is nabij een kruising van wegen het goed 'Walsborn' afgebeeld, compleet met huis en een beekloop. Op een kaart uit 1737 is de inmiddels ontstane aanleg goed gedocumenteerd: op het Laage Erff is een terrein binnen een vierkante omgrachting afgebeeld en een kleine ronde vijver. Deze waterpartijen zouden in het begin van de 19de eeuw tot vijvers in de landschappelijke aanleg worden vergraven. Aan de westkant ligt een met rechte paden doorsneden terrein. Het markante zesassige lanenstelsel in het zuidelijk deel van het landgoed bij de Schelmseweg is er dan nog niet. Slechts twee van de zes lanen zijn getekend. In 1807 (kaart van M.J. de Man) is de situatie van de aanleg nog vrijwel dezelfde. Het vierkante omgrachte eiland is echter tot vierkante vijver geworden. Inmiddels zijn er ook opstallen bij gekomen: direct ten zuiden van de vierkante vijver aan het eind van een lange oprijlaan (op de plaats van het huidige hotel), ten oosten daarvan (op de plaats van koetshuis en oranjerie) en in het zuidelijk deel ter hoogte van een van de 18de-eeuwse ontginningslanen (de kapel).

Op de kadastrale minuut die voor dit gebied van 1821 dateert, is de nieuwe landschappelijke aanleg een feit. Vóór het huis is een ruime, lusvormig gebogen oprijlaan gecreëerd die de aan de zuidzijde naar de Harderwijkerweg en Bakenbergseweg uitwaaierende lanen verbindt. Aan de achterzijde van het huis (met vijfzijdig uitgebouwde kamer) is een tuin in landschapsstijl aangelegd, die wordt gedomineerd door twee grote, grillig gevormde vijvers. Hiertoe werden de bestaande vierkante vijver en de kleine ronde vijver vergraven. Beide vijvers zijn met elkaar verbonden door een kleine kunstmatige beek. De vijvers worden gevoed door beekwater uit het gegraven beekstelsel (sprengen) in het zuidelijk deel van de buitenplaats. Ten oosten van het huis liggen een moestuin, een boomgaard en bijgebouwen als een koetshuis en schuren. Dit complex wordt op de minuut 'Laag Erf' genoemd. Bij het huis staat 'Warnsborn' geschreven. Ten zuiden van het huis liggen twee opstallen. Bij een daarvan staat 'Capel'. In het zuidelijk deel is in 1821 wel sprake van de stervormige aanleg met zes lanen, die nog steeds bestaat.

In het midden van de 19de eeuw is het landschapspark uitgebreid. Het sprengendal in het zuidelijk deel werd omgevormd tot een romantisch landschap in Zwitserse trant. De sterk bochtige beekarmen met hun steile oeverkanten, slingerende paden zonder specifiek doel, houten bruggetjes en flinke hoogteverschillen bewerkstelligen een romantisch karakter.

Ten zuiden van het huis werd tussen de rond gebogen oprijlanen een vijver aangelegd die daar tot aan het begin van de 20ste eeuw heeft gelegen. In de bospercelen rond het huis werd het padenstelsel uitgebreid. Op diverse plaatsen zijn veelsprongen aangelegd, waarbij een aantal paden rechtstreeks naar het huis leiden. In het noordelijk deel van het landgoed is in het midden van de 19de eeuw het padenstelsel met een aantal sterk kronkelende bospaden vermeerderd. In die tijd is om het noordelijk deel van de kern van het landgoed een ringweg aangelegd, de Cirkelweg, met een laanbeplanting van eiken en beuken. De weg geeft de begrenzing aan tussen de oudere (18de-eeuwse) en jongere (midden 19de-eeuwse) ontginningsgebieden. In de jaren veertig van de 19de eeuw is het huis met twee vleugels en veranda's aan de zijkant uitgebreid. In 1847 volgde de bouw van het koetshuis dat er nu nog staat. In de tweede helft van de 19de eeuw verrees de huidige oranjerie met druiven- en orchideeënkas.

Tussen 1912 en 1915 onderging de buitenplaats op een aantal plaatsen een ingrijpende verandering. Aan de noordkant van de oranjerie maakte de firma H. Copijn uit Groenekan een naar het noorden toe lopende 'rododendronvallei' en een rotstuin, bestaande uit een slingerend pad, aangelegd als verbinding tussen koetshuis en oranjerie. Ten zuiden van de oranjerie kwam ter plaatse van de oude moestuin een tuin in nieuw architectonische stijl tot stand naar ontwerp van dezelfde firma. Na jarenlange verwaarlozing is de terrassentuin in 2000-2002 hersteld en opnieuw ingeplant. Voor en achter het huis vonden omstreeks 1915 ook veranderingen plaats, mogelijk eveneens door Copijn. De rondgebogen dubbele oprijlaan werd veranderd in een gaffelvormig patroon met parallel verlopende rechte paden naar het huis. Beide paden sloten in het zuiden aan op een lange rechte oprijlaan die als zichtas vanuit het huis fungeerde. Hiermee werd de 18de- en vroeg 19de-eeuwse situatie weer benaderd. De vijver voor het huis werd door een gazon met bloemperken vervangen. Aan de achterzijde kwam een rechthoekig terras met balustrades en reeksen, op regelmatige afstand geplante, vormbomen langs het terras. De lager gelegen tuin kreeg eveneens een formele aanleg met parallel verlopende, langgerekte paden, rondgebogen afsluitingen en reeksen vormsnoei bomen. Hiervan zijn nog restanten overgebleven.

Het landgoed Warnsborn werd in 1932 verworven door de Stichting Het Geldersch Landschap. Het huis werd na de overdracht in gebruik genomen als hotel. In 1944 verkreeg de Stichting het deel Hoge Erf, zodat de gescheiden landgoederen weer werden verenigd. In 1944 brandde het huis af en werd in de jaren vijftig als hotel Groot Warnsborn herbouwd. Het hotel wordt niet als beschermd monument opgenomen. Het koetshuis dat tot einde jaren negentig van de twintigste eeuw zijn oorspronkelijke indeling bewaard had is omstreeks 1998 inwendig verbouwd en dient als dependance van het hotel.

De historische buitenplaats Warnsborn wordt begrensd door de Schelmseweg in het zuidoosten, de Amsterdamseweg en het landgoed Lichtenbeek in het zuidwesten, de Cirkelweg en de Bakenbergseweg aan de oostkant.

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.

Waardering van het complex

De HISTORISCHE BUITENPLAATS WARNSBORN is van algemeen cultuur-, tuinhistorisch en landschappelijk belang:

- wegens de ouderdom;

- wegens de cultuurhistorische waarde als landschappelijk aanleg die in het 18de-eeuwse ontginningslandschap is geïntegreerd;

- als bijzonder belang van een onderdeel van het complex voor de geschiedenis van de tuinarchitectuur;

- als bijzonder belang van een onderdeel van het complex voor het oeuvre van tuinarchitect H. Copijn;

- wegens de relatie van de samenstellende onderdelen;

- wegens de relatie met de omgeving.