Complexgegevens

Complexnummer
521452

Omschrijving

Omschrijving van het complex

In structuur en deels in detail gaaf bewaarde HISTORISCHE BUITENPLAATS DE KIEFSKAMP met HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), TUINMUUR met TOEGANGSHEKKEN (3), ENSEMBLE van KOETSHUIS/DIENSTWONING (4A) en BIJGEBOUW (4B), ENSEMBLE van DIENSTWONING (5A) en SCHUUR (5B), ENSEMBLE van BOERDERIJ (6A) en SCHUUR (6B), ENSEMBLE van BOERDERIJ (7A), SCHUUR (7B), HOOIBERG (7C) en BAKOVENTJE (7D).

De historische buitenplaats De Kiefskamp ligt ten zuidoosten van het dorp Vorden. De gronden van de Kiefskamp grenzen in het noorden aan het park en de landerijen van Huis Vorden. Beide landgoederen maken deel uit van het ter plaatse bijzonder gaaf bewaard gebleven Achterhoekse hoeven- of kampenlandschap. Voor zover bekend dateert de oudste vermelding van de Kiefskamp uit 1626. In 1635 wordt de Kiefskamp samengevoegd met het aangrenzende, oudere landgoed het Wachelink. In navolgende jaren wordt het Jamerskampken bij het bezit gevoegd. In 1753 komt het landgoed in handen van landmeter en architect Gerrit Ravenschot, die het uitbreidt met het Nijenhuis. Het taxatierapport dat Ravenschot in 1758 op laat stellen geeft informatie over de omvang van het landgoed, de aanleg en beplanting en over de bebouwing in die tijd. De bouwlanden worden als volgt omschreven: "Onder Wagtelink: den groten camp bij het Huis. Het steenkampjen ter zijden het Huis gelegen, Het Jamerskamjen gelegen over het Wagtelinkse veld aan de Camp van Hiddink, De Kamp onder het Kiefscamp gelegen voor, achter en terzijden het Huis." Over de tuin wordt vermeld: "den Landheershof is beplant met 104 opgaande vrugtbomen met een plaisir boschjen daaraan gelegen". De parkaanleg bestond onder meer uit allées, sterrenbossen en singels, met daarin 4200 jonge eiken en beuken. De huizen op het Wachelink en de Kiefskamp waren volgens het taxatierapport 'nieuw getimmert'. De schoonzoon van het echtpaar Ravenschot, Johan Hendrik Brass, was rentmeester van beroep en ging na de taxatie de administratie van het landgoed voeren. Hij breidde het landgoed verder uit door systematisch aangrenzende gronden op te kopen. Brass en zijn echtgenote erfden het goed na het overlijden van de (schoon)ouders Van Ravenschot. Vermoedelijk kwam omstreeks 1776 in opdracht van het echtpaar Brass het oudste deel van het huidige hoofdgebouw tot stand. Onder de volgende generatie werd het goed nogmaals uitgebreid. In 1835 werd het publiekelijk geveild, waarna het in handen kwam van de familie Storm van 's Gravesande. Het landschappelijke park is in zijn huidige aanzien vermoedelijk in opdracht van deze familie tot stand gekomen. Het geheel is een goed voorbeeld van een vroeg 19de-eeuws landschappelijk park, waarbij de landelijke schoonheid van de omgeving richting gevend was voor het ontwerp en daarin optimaal werd benut. In het landschappelijke ontwerp werden oudere formele (onder meer oprijlaan met dwarsas) en vroeg-landschappelijke (onder meer slingerbosje, poel) elementen opgenomen. Na geruime tijd in handen van de familie Storm te zijn geweest, werd het in 1919 door een kleinzoon verkocht aan het echtpaar Van den Wall Bake-del Court van Crimpen. Dit echtpaar heeft het huis in 1920 en 1930 aanzienlijk laten vergroten. In 1975 werd de buitenplaats overgedragen aan Het Gelders Landschap.

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.

Waardering van het complex

De HISTORISCHE BUITENPLAATS DE KIEFSKAMP is van algemeen cultuur-, architectuur-, en tuinhistorisch belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de ontwikkelingsgeschiedenis;

- vanwege de bijzonder harmonieuze en gaaf bewaarde vormgeving van het hoofdgebouw, die als gevolg van de ontwikkelingsgeschiedenis karakteristieke kenmerken vertoont van zowel een verfijnde, laat 18de eeuwse, als van een robuustere, vroeg 20ste eeuwse bouwstijl;

- vanwege de vrij gaaf bewaard gebleven indeling en afwerking van het interieur van het hoofdgebouw, daterend uit de late 18de en vroeg 20ste eeuw;

- vanwege de landschappelijke tuin- en parkaanleg met formele lanenstructuur, die op harmonieuze wijze overgaat in de agrarische, bosrijke omgeving;

- vanwege de functioneel- en visueel-ruimtelijke samenhang van het hoofdgebouw en de overige opstallen ten opzichte van elkaar en van de omringende bossen en landerijen;

- als representatief voorbeeld van een nog sterk agrarisch landgoed in de Achterhoek.