Complexgegevens

Complexnummer
522146

Omschrijving

Inleiding

Complex van de voormalige MEELFABRIEK "De Sleutels", in 1884 gesticht door A.J. Koole en A. de Koster (de firma 'De Koster en Compagnie') en gevestigd op een voormalige bolwerk aan het open vaarwater van de Zijlsingel te Leiden. Ondanks het voorspoedige begin werd de fabriek in die eerste jaren van bestaan tweemaal getroffen door een brand, in 1891 en in 1901. Bij die laatste brand bleef de nieuwbouw uit 1896 (het zgn 'ketelhuis') gespaard. Dit en het silogebouw uit 1904 vormen de oudste bebouwing van het complex. De tegenslagen stonden een snelle groei nauwelijks in de weg, de ene uitbreiding volgde op de andere. In 1928 werd de naam van de fabriek gewijzigd in ' NV Meelfabrieken De Sleutels, v/h de Koster & Co'. Voor de ontwerpen van de afzonderlijke gebouwen waren vanaf eind 19de eeuw achtereenvolgens verantwoordelijk de Leidse architecten: W.C. Mulder, ir. B. Buurman en ir. I.M.P. Schutte, allen verbonden aan het Bureau Mulder. In 1964 zou het meelconcern 'Meneba' de fabriek overnemen en in 1988 werd tot sluiting van de vestiging overgegaan. Door sanering zijn inmiddels vele fabrieken uit de stad verdwenen en vormt Meelfabriek "De Sleutels" één van de laatste, en door zijn omvang imposante, herinneringen aan dit industriële verleden.

De vestiging van de fabriek in de tachtiger jaren van de 19de eeuw was een gevolg van de industriële welvaart. Leiden zou aan de komst van diverse fabrieken later haar naam als industriestad te danken hebben. De fabrieken lagen doorgaans aan de rand van de stad, op de oude bolwerken, grenzend aan de stadsgracht om zodoende het voordeel van aan- en afvoermogelijkheden te benutten. Op drie 17de-eeuwse oostelijke bastions van Leiden verrezen (van noord naar zuid) een grofsmederij, meelfabriek "De Sleutels" en een katoenfabriek. De grofsmederij en katoenfabriek werden gesloopt nadat ze buiten gebruik waren geraakt en de oude bolwerken werden als stadsparken heringericht. Alleen op het middelste bastion bleef, ook na sluiting van de meelfabriek, de bebouwing gehandhaafd. Het fabriekscomplex omvat tien afzonderlijke objecten die op grond van de Monumentenwet 1988 zijn beschermd: 1. KETELHUIS (1896), 2. SILO (1904), 3. MEELPAKHUIS (1937), 4. SCHOONMAKERIJ (1937), 5. SILO (1937), 6. RIFFELLOKAAL of Miagmolen (1937), 7. SILO (1938), 8. KANTOOR MET DIENSTWONING (1940), 9. FIETSENSTALLING MET GARAGE (1940) en 10. MOLENGEBOUW of Bühlermolen (1947). De twee silogebouwen uit 1955 en 1960 vallen vooralsnog buiten de bescherming omdat de 50 jarengrens nog niet is bereikt. Deze gebouwen vormen een toegevoegde waarde aan het monumentale complex, onder andere vanwege hun beeldbepalende karakter en 'landmarkfunctie'. De silo die uit 1955 dateert, geldt als eerste meelsilo van Nederland. Behalve hun betekenis als visuele component, zijn de gebouwen van belang vanwege de toegepaste betonconstructie en vormen zij een belangrijke schakel in het productieproces dat zich, uitgespreid over tachtig jaar, heeft ontwikkeld en dankzij de compleetheid van de gebouwen nog steeds afleesbaar is. Op het meest westelijk gelegen gedeelte van het terrein, waar zich eens enkele stroken met laagbouwwoningen bevonden, werd in 1978 een eenlagig gebouw (magazijn met werkplaatsen) gebouwd, dat voor de bescherming niet van belang is.

Als gevolg van de jarenlange leegstand ontbreken thans (eind 2000) veelal de machines en andere delen van het materieel.

Omschrijving

Het historisch-functioneel gegroeide fabriekscomplex van "De Sleutels" wordt gekenmerkt door pluriforme gebouwen waaraan de bedrijfsmatige, (bouw)technische en architectuurhistorische ontwikkelingen van het complex goed afleesbaar zijn gebleven. De gebouwen zijn veelal opgetrokken in beton, staal en baksteen en hebben een volumineuze verschijningsvorm. De positionering van de gebouwen van de meelfabriek ten opzichte van elkaar heeft zich op het eerste oog op ongeordende wijze voltrokken, maar kan primair vanuit een bedrijfstechnische optiek worden verklaard. Het complex wordt verder gekenmerkt door een verscheidenheid aan bouwmassa's, bouwstijlen en (beton)constructiewijzen. De gebouwen aan de noordoost- en oostzijde van het terrein, te weten het ketelhuis uit 1896, de silo uit 1960(niet onder de bescherming vallend), de silo uit 1904, de silo uit 1955 (niet onder de bescherming vallend) en het meelpakhuis uit 1937, vormen onder meer door hun veelal gesloten, in baksteen en beton opgetrokken en aaneengeschakelde rijzige vormen, een imposant front aan het water van de Zijlsingel. Aan dit cluster zijn in in 1937 en 1938 nog twee silogebouwen en in 1938 een schoonmakerij toegevoegd. Westelijk van dit cluster bevinden zich twee in noord-zuidrichting geplaatste, in functionalistische bouwstijl opgetrokken, gebouwen: het riffellokaal uit 1937 en het molengebouw uit 1947. Opvallend bij deze twee gebouwen zijn de gevels met lintvensters in stalen kozijnen en roedenvensters. Tussen deze twee gebouwen en het oostelijke cluster is een fabrieksstraat ontstaan, waarover luchtbruggen zijn geslagen. Aan de zuidzijde van het terrein, langs de Oosterkerkstraat, zijn twee vrijstaande lage gebouwen (een kantoor met dienstwoning en een fietsenstalling, beide uit 1940) in zakelijk-expressionistische bouwtrant gesitueerd die de toegang tot het fabriekscomplex markeren.

Waardering

Voormalig meelfabriekscomplex "De Sleutels", van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde en vanwege de situationele en ensemblewaarde als zeldzaam geworden voorbeeld van een omvangrijk en in de loop van decennia gegroeid fabriekscomplex op een voormalig bastion, bebouwd vanaf de late 19de eeuw tot in de 20ste eeuw met utiliteitsgebouwen in eclectische, functionalistische en zakelijk-expressionistische bouwtrant, waarbij bij verschillende gebouwen sprake is van voor die tijd geavanceerde (bouw)technieken en constructiemethoden in beton en staal. De ensemblewaarde schuilt in de samenhang van de diverse fabrieksgebouwen ten opzichte van elkaar en in hun onderlinge ruimtelijke context; de situationele waarde schuilt in de markante stedenbouwkundige situering op een oostelijk bastion van de voormalige vesting, aan de singel (Zijlsingel).