Complexgegevens

Complexnummer
527545

Omschrijving

Omschrijving van het complex

In structuur en deels in detail gaaf bewaarde HISTORISCHE BUITENPLAATS EERDE met HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), ENSEMBLE VAN TOEGANGSBRUG, TERRAS EN KEERMUREN MET BALUSTRADE (3), WESTELIJK BOUWHUIS (4A), OOSTELIJK BOUWHUIS (4B), ORNAMENTELE SOKKEL (5), INRIJHEK (6), TOEGANGSBRUG MET VAZEN EN LANTAARNS (7), TUINMUUR MET HOEKPAVILJOENS (8), ORANJERIE (9), GRAFKELDER (10), IJSKELDER (11), TUINMANSWONING (12), DIENSTWONING MET KOETSHUIS (13), SCHUUR (14).

De historische buitenplaats Eerde ligt in Salland (Overijssel) tussen Ommen en de rivier de Regge. De geschiedenis van de buitenplaats gaat tenminste terug tot de 14de eeuw wanneer het genoemd wordt in verband met het geslacht Rading, of Reding. Naderhand was het achtereenvolgens in handen van de geslachten Van Essen, Van Twickelo, Van Renesse en Van Pallandt. De eerste van Pallandt die met 'het huis ende havesate Eerde, 't bouwhuis, thynden en andere onderhorige goederen' beleend werd, was luitenant-generaal Johan Warner van Pallandt. J.W. van Pallandt vergaarde als succesvol militair in de Spaanse successie-oorlog een aanzienlijk vermogen, dat hij gebruikte om ter plaatse van het oude huis Eerde een nieuw huis te bouwen, omringd door een groots aangelegd park in formele stijl. In 1715 was het nieuwe huis voltooid. De formele lanenstructuur met (park)bosvakken zal niet veel later zijn aangelegd. Kunstenaar Abraham de Haen oordeelde in 1732 over de buitenplaats: 'een pragtig modern landkasteel van den Baron van Pallandt, in 't midden van heij en veengronden en niet verre van Ommen geleegen, met ruime nieuw aangelegde beplantingen versierd'. Sindsdien is de buitenplaats op hoofdlijnen niet meer veranderd. Vanaf het einde van de 18de eeuw werden er in verschillende fasen kleine landschappelijke veranderingen aangebracht in de aanleg, die echter altijd binnen de bestaande formele structuur werden ingepast. Omstreeks 1850 brandde één van de bouwhuizen af, maar werd spoedig in dezelfde vorm weer opgebouwd. Enkele jaren later werden er door architect I.H. Eberson in- en uitwendig enige aanpassingen gedaan aan het huis en werd de huidige, monumentale toegangsbrug aangelegd naar zijn ontwerp (1854). In 1860 werd in het noordoostelijk deel van de aanleg de ijskelder voltooid, gevolgd door de bouw van een grafkelder iets verderop, een oranjerie in de westelijke moestuin en enkele dienstwoningen verspreid over het landgoed, waaronder een tuinmanswoning en een dienstwoning- annex koetshuis. De dienstwoning- annex koetshuis is inmiddels gesloopt (XXd). In de periode 1920-1930 werd er in opdracht van Philip Dirk van Pallandt ten zuiden van de oranjerie een verdiepte tuin aangelegd, met een kruisvormig padenpatroon van flagstones en een beplanting van heesters, rozen en rotsplanten. Een bewaard gebleven ontwerp van L.A. Springer voor deze tuin is niet uitgevoerd.

De laatste particuliere eigenaar, P.D. van Pallandt, bestemde in de eerste decennia van de 20ste eeuw een deel van het landgoed, inclusief de Ada's hoeve, voor bijeenkomsten van de padvinderij. In 1920 sloot hij zich aan bij de theosofische 'Orde van de Ster van het Oosten', om vier jaar later zijn hele bezit aan deze orde te schenken, die het vervolgens onderbracht in een stichting. Vanaf 1924 werden er zogenaamde 'Sterkampen' gehouden op het landgoed, ten behoeve waarvan de bouwhuizen intern werden opgedeeld in een groot aantal slaapkamers. De achtergevel van het oostelijke bouwhuis werd ingrijpend verbouwd. Na de ontbinding van de orde in 1929 schonk de stichting het landgoed in 1931 terug aan Van Pallandt. Daarna verhuurde hij het huis aan de Quakers, die er een internaat onderbrachten met een internationale school. Internaat en school zijn er anno 2001 nog steeds gevestigd. In 1965 werd het landgoed Eerde ondergebracht in een gelijknamige naamloze vennootschap, die later werd omgezet in een besloten vennootschap. De aandelen waren in handen van de familie Van Pallandt (49%) en van de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten (51%). In de periode 1970-1979 werden kasteel, bouwhuizen, bruggen en tuin- en kademuren gerestaureerd onder leiding van architect J.B. van Asbeck. Sinds 1982 is het hele landgoed in handen van Natuurmonumenten, uitgezonderd de Amaliahoeve, die met de omringende grond eigendom is gebleven van de familie Van Pallandt.

Waardering van het complex

De HISTORISCHE BUITENPLAATS EERDE is van algemeen cultuur-, architectuur-, en tuinhistorisch belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de ontwikkelingsgeschiedenis, die representatief is voor veel in oorsprong middeleeuwse landgoederen;

- vanwege de gaaf bewaarde architectonische vormgeving van het hoofdgebouw (1715);

- vanwege de gaaf bewaarde interieurafwerking van het hoofdgebouw, in hoofdzaak daterend uit de bouwtijd;

- vanwege het gaaf bewaarde voorplein met bouwhuizen, kademuren, toegangsbruggen en -hek;

- vanwege de gaaf bewaarde tuin- en parkaanleg, die rond het huis gekenmerkt wordt door een groots aangelegde, formele lanenstructuur uit circa 1715, met bosvakken uit verschillende latere stijlfasen, en door een landschappelijke aanleg aan de achterzijde van het huis, die harmonieus overgaat in het omringende hoeven- en kampenlandschap;

- vanwege de omgrachte voormalige moestuin en boomgaard, omsloten door tuinmuren met paviljoens en hagen;

- vanwege de oranjerie uit de tweede helft van de 19de eeuw in de voormalige westelijke moestuin met een door L.A. Springer geïnspireerde, verdiepte tuin uit de jaren 1920-1930.

- vanwege de gaaf bewaarde ijskelder;

- vanwege de gaaf bewaarde grafkelder;

- vanwege de samenhang van de verschillende onderdelen.